Overige info

De legende van de ontdekking van thee in China.

Shennong, wiens naam “de goddelijke boer” betekend, wordt gezien als de oude Chinese vader van agricultuur, tevens als de ontdekker van thee. Volgens de legende zat Shennong onder een theeboom tijdens de herfst om uit te rusten en een uiltje te knappen. De gedroogde bladeren vielen vanuit de boom in de pot kokend water van Shennong, deze pot stond onder de boom en doordat de bladeren erin vielen is thee ontstaan. Dit was ‘s werelds eerste pot thee, geïntrigeerd door de geur die van het brouwsel afkwam nam Shennong een slok, hij vond het erg lekker en verfrissend.

in het begin werden theebladeren nog gebruikt in rituele offers of gegeten als een groente, of gebruikt als medicijn. Tot de Han dynastie meer dan 2000 jaar geleden, sinds deze periode werd het drinken van thee gebruikelijk. Tijdens de Sui dynastie (581-618) werd thee vooral gebruikt voor de medicinale kwaliteiten. In de vierde en vijfde eeuw werden er ingrediënten zoals zout, rijst, gember, spices en de schil van een sinaasappel toegevoegd aan thee. In de Tang dynastie (618-907) werd thee meer als een kunstvorm gezien en gedronken door alle sociale klassen.

Een gaiwan gevuld met witte theebladeren.

Thee werd vooral populair in Boeddhistische kloosters nadat duidelijk werd dat de cafeïne in thee ervoor zorgden dat de monniken langere meditatie sessies konden houden na het drinken van thee. Vanwege deze reden werd er veelal thee verbouwd door vele kloosters.

Poeder thee werd als fashionable gezien in de Song dynastie (1279-1368), echter verdween deze vrijwel compleet uit de Chinese cultuur na de Yuan dynastie (1279-1368), een dynastie waarin vele andere gebruiken werden verwijderd van de Song dynastie vanwege buitenlandse regerende partijen. Na de Yuan dynastie raakten de mensen gewend aan gebrouwde thee van bladeren, een traditie die zich eeuwen later, tot op de dag van vandaag, zich nog steeds voortzet.



Bron: china.org.cn.